Ekstershoef
Dit land grensde ook aan de “Hofse Hoeve”, anno 1748 leent Peter Derk Franssen uit Reek 100 gulden van de Landrentmeester van Ravenstein met als onderpand: “…. Seekeren akker bouwlant, gelegen op Hoog Schaijck, genaemt Extershoef ….” (BHIC-Grave, Oud-Archief gemeente Schaijk, inventaris nr. 90).

Vullekensland
anno 1742: “…. Een acker boulant genaemt Vullekens Landt gelegen beneven de Waelesteegh….”. (Parochie-archief Schaijk: Register van Rogrenten, daterend van 1742).

Den Broodakker
Veldnaam, herkomst en betekenis onbekend; “…. ter plaatse genaamd Hoog Schaijk, genoemd wordende Den Broodacker, een uitweg hebbende aan de zeide der gemeene Heijde …” situering± in het zuidelijk deel van het nieuwe plan, richting De Louwstraat. (Rechterlijk Archief Herpen-Schaijk: schepenprotocol, inventarisnummer 144) anno 1808

NB: Mocht er in het uitbreidingsplan een waterpartij of vijver geprojecteerd worden, dan zal deze de naam Geutgat krijgen, zodat dit oude en bekende toponiem nog bewaard blijft.

Het Geutgat
het lage en natte gebied, gelegen bij de kruising Akkerwinde – De Louwstraat – Waalstraat heet van oudsher in de volksmond “het Geutgat”. De naam komt voor in het oudste trouwregister van de Parochie Schaijk: in 1676 trouwt in de kerk van Schaijk Henricus Joannis Geutgat ( Bisschoppelijk Archief ‘s- Hertogenbosch ).

Mackenhof

    

Anno 1742: “ .... een acker boulant gelegen beneven Waelesteegh, geheten Mackenhoff …
Dit land was kennelijk ooit eigendom van een zekere Mack Adams die woonde aan de Schaijkse Straat en ook voorkomt in het archiefstuk uit 1591 (aanwezig in het Parochie - archief Schaijk).